Ik ben zo blij dat ik verlaten ben
maart 7, 2018Alsmaar meer
mei 6, 2018Kwetsbaar zijn op de werkvloer
Mijn oudste zoon, inmiddels 26 jaar en net begonnen aan zijn eerste baan, stuurde me vorige week een linkje naar een artikel in de NRC. Het gaat over dat het tonen van je kwetsbaarheid op het werk een taboe is. Laten zien dat je misschien iets niet kan of weet, dat je je schaamt of dat iets te veel voor je is, schijnt niet te kunnen op de werkvloer, waar de heersende norm is ‘het moet hoger-beter-sneller’. Toen ik een paar jaar geleden even in loondienst werkte, werd me dit ook heel duidelijk. Bij mijn eerste werkgever was zelfs één van de leuzen vanuit de organisatie: ‘Het kan altijd beter’. Een uitspraak die mij meteen stress bezorgde. Het dienstverband duurde dan ook niet voor niks maar een half jaar.
Grappig genoeg ontplofte diezelfde zoon twee jaar geleden nog toen ik het woord ‘open’ verving door ‘kwetsbaar’. Hij werd er kwaad van dat voor mij die twee woorden bijna hetzelfde betekende. Dus alleen al het in de mond nemen van het woord, veroorzaakte opschudding. Waar voor mij kwetsbaar zijn iets positiefs is, bleek dat toen voor hem alleen maar negatief. Ik ben me daardoor gaan afvragen wat er precies aan de hand is met dat woord.
Het risico lopen gekwetst te worden
Als we van iemand zeggen dat ie er kwetsbaar uitziet, dan bedoelen we vaak dat die persoon er wat zwakjes, moe en niet strijdvaardig uitziet. Iemand die niet opgewassen is tegen het leven, zoals het zich aandient. Soms zeggen mensen ook dat ze zich zo voelen; je bent net lang ziek geweest en moet weer aan het werk en je hebt je lichamelijke en geestelijke weerstand nog niet helemaal terug. Je hebt het gevoel dat je om het minste of geringste zou kunnen huilen, of, als je het buiten je plaatst, dat mensen je heel snel zouden kunnen kwetsen. Dat is vermoedelijk het begrip ‘kwetsbaar’ waar mijn zoon aan dacht. Het wordt geassocieerd met een rotgevoel, een gevoel dat je het leven niet aan kan en dat iedereen je zal kwetsen.
Het risico nemen gekwetst te worden
In zekere zin hebben we het toch over hetzelfde, alleen is mijn ervaring er nu anders mee. Waar ik vroeger mijn best deed om alle soorten kwetsing en afwijzing uit de weg te gaan en dus mijzelf probeerde onkwetsbaar te maken, voel ik nu hoe ik die bescherming steeds minder nodig heb. Hoe meer ik blijf staan op mijn eigen benen, hoe meer ik mezelf durf te laten zien, hoe minder kwetsing ik voel. De kwetsing komt namelijk van binnenuit. Voor velen betekent kwetsbaar zijn, dat de kans heel groot is, dat je het mikpunt van kwetsing door anderen wordt. Door er zo naar te kijken, roep je het als het ware over jezelf af. Dan wórdt de kans ook groot, terwijl die in wezen veel kleiner is. Voor mij is de betekenis van kwetsbaarheid inmiddels, dat het er om gaat dat ik mezelf durf te laten zien met alles wat er in me is. Dat ik bereid ben me te laten raken. Als ik dat niet ben, dan ben ik er ook niet echt, dan scherm ik me af van de ander.
Zo kwetsbaar ben ik nog lang niet. Er zijn situaties waarin ik me onbeschermd voel, en dat is dan niet per se onprettig. Het is vooral onwennig. Een licht wiebelig gevoel. Maar soms voel ik ook schaamte, over iets wat ik eruit geflapt heb. En er zijn nog steeds situaties, waarin ik me onkwetsbaar maak, mezelf harnas, me groter of sterker voordoe dan ik ben. Altijd is duidelijk dat de onderliggende vraag is, ‘Mag ik er zijn zoals ik ben?’ Als ik helemaal kan rusten in de wetenschap dat dát zo is, dan ben ik er helemaal, onbevangen, open, raakbaar en kwetsbaar. Zoals een kind.
Heb jij moeite met kwetsbaar zijn, en zou je daar hulp bij willen? Kijk dan of individuele therapie je aanspreekt.