vervulling
Alsmaar meer
mei 6, 2018
bindingsangst
Bindingsangst, een mooi begin!
augustus 19, 2018
vervulling
Alsmaar meer
mei 6, 2018
bindingsangst
Bindingsangst, een mooi begin!
augustus 19, 2018

Diagnosticeren

Toen ik nog psychologie studeerde had ik er al niet zo veel mee, diagnoses. Je kon aparte modules volgen om alles over de (toen nog) DSM III (diagnostic and statistical manual of mental disorders) te leren. Ik liet dat schieten. Ik vond het maar raar, hele lijsten met eigenschappen, waar er in elk geval 6 van toepassing moesten zijn, en dan hád je het. En dan? Ja, dan wisten de hulpverleners misschien wat ze met zo iemand aan moesten, of hadden ze een gemeenschappelijke taal en dachten ze te weten waar ze over spraken als ze het hadden over iemand met die en die persoonlijkheidsstoornis. En konden er bepaalde medicijnen worden voorgeschreven, waarvan het maar de vraag was voor wie ze eigenlijk hielpen.

Behoefte aan liefde

Ik koos een andere weg en ging mensen met behulp van andere modellen over de psyche helpen. Het mooie van die modellen is dat mensen niet gereduceerd worden tot een diagnose. Mijn lerares in Voice Dialogue zei ooit: ‘Op de bodem is altijd óf liefde óf behoefte aan liefde.’ Wat een verademing, daar kon ik wat mee, dat deed recht aan alle mensen. Ook de Past Reality Integration van Ingeborg Bosch heeft die visie. En steeds vaker merk ik, dat binnen de reguliere GGZ ook ruimte komt voor een menselijker kijk op onze psyche en waar het mis kan gaan. Een prachtig boek daarover heb ik onlangs in één ruk uitgelezen. Het heet Traumasporen geschreven door Bessel van der Kolk, een van oorsprong Nederlandse professor  (ja, daar ben ik dan toch een beetje trots op). Hij klaagt de associatie, die de DSM V uitgeeft aan en stelt een nieuwe kijk op trauma voor.

Iedereen kan het

Inmiddels lijkt echter het volk, de gewone mens, ook heel goed te zijn geworden in het stellen van diagnoses en diagnosticeren ze er lekker op los. Iemand heeft ADHD als ie druk is of ongeconcentreerd, is autistisch als ie niet reageert op andermans emoties en is een narcist als ie alleen maar aan zichzelf denkt en niet tegen kritiek kan. Momenteel zijn de waarschuwingen niet van de lucht als het gaat om ‘de narcist’, narcistische partners en narcistische ouders. Het is nooit zo dat mensen het over zichzelf hebben, het zijn vaak anderen waar de diagnosesteller onder geleden heeft.

Diagnoses als wapen

Ik las daarover onlangs een blog waar ook nog in stond dat hulpverleners de diagnose vaak niet stelden, maar de situatie wegschreven onder een vechtscheiding. Met andere woorden, jij als ex-partner, bent beter in het stellen van de diagnose dan de hulpverleners, die zien het niet. Een rechter vertelde me een tijdje geleden dat in scheidingen de ex-echtelieden altíjd met diagnoses komen, de mannen waren volgens de vrouwen autisten of hadden Asperger, en de vrouwen hadden volgens de mannen Borderline. En dat wordt door meer professionals in het echtscheidingscircuit bevestigd. Toen was het Autisme, een jaar of drie geleden, nu is Narcisme in zwang. Als de verhoudingen verharden dan komen er diagnoses aan te pas.

En ook hier vraag ik me weer af waar het dan precies toe dient, die diagnose. Ik vind googelend  blogs vol tips met wat je moet doen als je slachtoffer bent geworden van een narcist. Een voordeel is dus in elk geval dat je nu weet dat je een slachtoffer bent. Dat jij er niks aan kon doen, dat het allemaal de schuld was van die ‘narcist’. Misschien voel je je gesteund. En kan je je boos voelen en blij zijn dat je eindelijk van hem (of haar) af bent. Wat je daardoor allemaal niet hoeft te voelen is de pijn, het verlies, je eigen minderwaardigheidsgevoel, je schuldgevoel en jouw eigen behoefte aan liefde.

Mildheid

Kortom,  het ziet er naar uit dat we ons van diagnoses bedienen om onze eigen kwetsbaarheid af te schermen. Toen ik met een vrouw werkte die zeker wist dat ze ten prooi was gevallen aan een narcist, maakte ze aan het eind van de sessie vaak de opmerking dat ze het misschien zelf ook wel was. En zo is het ook, we hebben vaak allerlei kenmerken van van alles in ons. Laten we daar alsjeblieft mild naar kijken, zowel naar onszelf als naar onze (ex)partners. Maar ik heb natuurlijk makkelijk praten, want ik had nooit een relatie met een narcist, ….of misschien is de diagnose nooit gesteld 😉.

3 Comments

  1. yvonne schreef:

    Dankjewel Wilma, mooi gesproken. Het voelt inderdaad niet goed een ander een etiket op te plakken ook al voelt het voor mijzelf nog zo waar. Het is verwarrend. Als mens wil je duidelijkheid, iets benoemen schept duidelijkheid, maar lost het iets op?

    Het is verwarrend, want onder die zogenoemde waarheid, het etiket, roept een stem om erkenning en is er een andere stem die zegt dat ik een ander geen pijn mag doen. Dit laatste druist tegen elkaar in, spreekt elkaar tegen. De roepende stem voelt zich op een zijspoor gezet, het verkeerde been: zie mij, je hoort me niet! en hoe kan ik gehoord worden zonder de ander pijn te doen. Want je moet met elkaar verder. Welke (uit)weg kan je hier dan bewandelen? Het is het fijnst om met elkaar in dialoog te zijn, echter lukt dit niet altijd en wat dan?

    Vooral op het werk, waar het druk, druk is en weinig tijd en ruimte voor een goed gesprek, vooral omdat er zoveel verschil is in het nivo waarop mensen praten als het om conflicten, gevoelens gaat. Hoe serieus neem je je collega’s en jezelf? of gaan we de volgende dag gewoon weer aan het werk.

    Het blijft lastig, als mens lijk je wel steeds weer opnieuw het wiel uit te moeten vinden, pffff….

    • Wilma schreef:

      Fijn dat je weer reageert, Yvon.
      Ik ben het met je eens dat je mildheid niet zomaar geleerd hebt en daarover mag je mild zijn, naar jezelf.
      Oefenen, oefenen, oefenen. Oefenen is de weg naar verlichting, de titel van het derde deel van het boek van Jan Geurtz, Bevrijd door liefde.
      Gewoon blijven oefenen, en daar plezier in krijgen.

  2. Marita Z. schreef:

    Tja, mensen vanuit een lekenpositie een diagnostisch etiket opplakken verdient natuurlijk geen schoonheidsprijs… Aan de andere kant ken ik ook mensen die bij een therapeut kwamen met het verzoek om hulp bij hun relatie. Het ging om afwezige intimiteit. De vrouw legde uit dat zij geen initiatief mocht nemen, dat er wel soms even seksueel contact was maar dat ze daarna met desinteresse, afkeuring en disrespect behandeld werd. Zij vertelden uit dat hij vrouwelijke abject vond. Daarnaast was er nog sprake van een algehele dynamiek van aanhalen gevolgd door desinteresse naast zaken als triangulation, bedrog, liegen. etc. De therapeut boog zich welwillend naar de man over, keek hem diep in de ogen en vroeg “Goh, hoe is dat nou voor je, al twee jaar zonder seks?” De vrouw haar mond viel open. Misschien ken je het verhaal wel?
    De man werd later door een ter zaken deskundig team van psychologen en psychiaters gediagnosticeerd als hebbende een Narcistische Persoonlijkheidsstoornis. Voor de vrouw geen verrassing, zij had het inmiddels al achterhaald. Was de therapeut op de hoogte geweest van de dynamiek van een relatie van de cerebrale narcist, waarbij het onthouden van intimiteit, idealize-devaluate-discard, triangulatione etc gebruikelijke instrumenten zijn dan had zij niet alleen zo ontzettend de plank misgeslagen met deze vraag maar dan had zij het koppel veel leed kunnen besparen. Natuurlijk is kijken naar het eigen proces van de niet narcist in zo’n relatie van groot belang maar dat laat onverlet dat mensen daar veelal pas naar kunnen kijken nadat ze uit de roller coaster van die relatie zijn gekomen.
    Zowel de reguliere als de meer alternatieve vormen van psychologische hulp lopen in Nederland nogal achter waar het cluster-b dynamiek betreft. Dat leidt tot secundaire en tertiaire gaslighting en therapy induced trauma. Ieder heeft verantwoordelijkheid voor zijn of haar gevoelens. Is er sprake van een toxiciteit waarbij narcisme betrokken is, dan kan men die eigen gevoelens veelal pas weer voelen als de relatie verbroken is.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *