
Klimaatverandering: de ontkenning, de woede, de actie, de schaamte, de schuld en de angst
oktober 7, 2019
Strijd
augustus 16, 2021In één van Ruttes persconferenties (ik kan het helaas niet meer terug vinden) sprak hij uit, alle 17 miljoen Nederlanders te willen omhelzen en te willen zeggen dat er vanaf nu niemand meer dood zou gaan. Ik was verbaasd over deze uitspraak, geërgerd ook. Een troostend bedoelde opmerking waarschijnlijk, die voor mij niet troostend werkte in elk geval. Ik voelde ergernis over die grootse ontkenning van de realiteit. Voor mij is het niet troostend de dood te ontkennen, voor mij is het veel eerder troostend de dood te omarmen. Het sterven volledig te erkennen, te erkennen dat de dood er nu eenmaal is en dat wij er allemaal een keer aan zullen moeten geloven.
Ik hoop dat als ik de 70 of 80 jaar haal, dat ik steeds meer toeleef naar het besef van loslaten van dit aardse bestaan, van het loslaten van mijn fysieke lichaam. Eigenlijk ben ik daar mijn hele leven al mee bezig. Mijn zoon zei toen hij 3 jaar was: ‘Iédereen moet leren doodgaan, hè mama’. Ik was verrast dit te horen uit de mond van mijn kind, dat nog maar zo kort was begonnen met leven. En ik voelde hoe waar het was, dat leven één groot loslatingsproces is. Je ‘onbezorgde’ jeugd loslaten, je ouders loslaten, je overtuigingen loslaten, je grootse idealen loslaten, je romantische verlangens, het kind in je buik loslaten, je volwassen kinderen loslaten, je geliefden loslaten, je fysieke kracht, misschien op den duur je gezondheid, om uiteindelijk je lichaam definitief los te laten. En om dat te kunnen doen, moet je leren, oefenen, bewustzijn oefenen en verlies nemen, pijn leren dragen, rouwen.
Wat ik vooral heb moeten leren loslaten en wat ik nog steeds oefen juist ook nu, is dat ík zou kunnen bepalen wat er op mijn pad komt. Ik heb er niet zelf voor gekozen dat mijn ex-man verliefd werd op een ander en vertrok. Net als dat ik er nu niet voor gekozen heb dat sommige natuurgebieden verboden terrein zijn geworden of dat we elkaar niet meer mogen aanraken. Mijn verbazing over de uitspraak van Rutte gaat hier over. Er gaan altijd mensen dood, overal, dat is de normale gang van zaken. De oorzaken van de dood zijn divers, we sterven aan ouderdom (steeds oudere ouderdom), maar ook aan ziektes en ongelukken, of (niet nu en hier) door oorlog en honger. En dan komt er een virus dat we niet kennen, of met andere woorden, de dood heeft een nieuwe jas aangetrokken, en dan ineens mag niemand meer dood gaan. Wij kunnen niet bepalen waar we aan dood gaan. We hebben een beetje invloed, we kunnen zorgen dat we gezond zijn, ons immuunsysteem versterken, we kunnen goed uitkijken in het verkeer, maar een dood uitkiezen, dat ligt over het algemeen niet in onze invloedsfeer.
Door de dood te ontkennen, ertegen te vechten alsof die er niet hoort te zijn, komen we niet toe aan voelen hoe we met onze (naderende) dood en met onze stervenden om willen gaan. Als ik me dan toch voorstel hoe ik sterven wil (hoewel ik daar niet heel veel over te zeggen heb), dan realiseer ik me dat dat meteen ook alles zegt over hoe ik leven wil: met open ogen en een open hart, met alle levenslust die ik in me heb, in liefde naar mezelf en mijn omgeving. En als ik dan toch bang ben, nu of dan, dat er iemand heel dichtbij is, die mijn hand vasthoudt.